Veertig procent van de slachtoffers van huiselijk geweld is man, aldus het nieuwsbericht in de kranten van afgelopen dagen. Daar sta je dan met je jarenlange uitgedragen overtuiging dat huiselijk geweld voor een groot deel gendergerelateerd is. Niets van waar, mannen en vrouwen zijn ongeveer even vaak slachtoffer, het heeft dus niets met rolpatronen of machtsverschillen te maken.
Of toch wel?
De cijfers, en ook de werkelijkheid, zijn minder eenduidig dan het op het eerste gezicht lijkt. Dezelfde krantenberichten melden dat 83% van de plegers van huiselijk geweld man is. Hoe dit met elkaar te rijmen? Betekent dit dat 17% van de mannen wordt mishandeld door hun vrouwelijke partner en 23% door hum mannelijke (homoseksuele partner)?
Hier wreekt zich het gebruik van de term 'huiselijk geweld' als containerbegrip voor alle mogelijke vormen van geweld binnen het gezin, van kindermishandeling tot partnergeweld tot ouder- en ouderenmishandeling. Van lichamelijk geweld tot psychische geweld tot seksueel geweld. In veel opzichten is het goed om het begrip breed te houden, bijvoorbeeld waar het gaat om strafrechtelijke inzet, het kunnen inzetten van het huisverbod, of hulpverlening door de steunpunten huiselijk geweld. Maar waar het gaat om het doorgronden van de (oorzaken van) problematiek, en het ontwikkelen van gerichte preventie-strategieën is het zaak veel preciezer te kijken. Over welke vorm van huiselijk geweld hebben we het? Wat is de achtergrond van het geweld?
Het onderzoek waarop de krantenberichten zijn gebaseerd bevat een groot aantal van die meer specifieke gegevens. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen incidenteel geweld en evident (meer structureel / ernstig) geweld, wordt gekeken wie de plegers van het geweld zijn, en wordt specifiek aandacht besteed aan de meest ernstige vorm van huiselijk geweld, het zogenaamd 'intimate terrorism'. En dan blijkt ook dat sekse nog steeds een onderscheidend criterium is. De brief waarmee de minister van justitie het onderzoek aanbiedt aan de Tweede Kamer laat hier ook geen misverstand over bestaan:
"Ruim twee derde van het evident huiselijk geweld is gepleegd door partners of ex-partners. Vrouwen worden vaker slachtoffer van geweld dat gepleegd wordt door de (ex) partner dan mannen. Mannen worden vaker slachtoffer van geweld dat gepleegd wordt door een broer of een andere persoon in de huiselijke kring. (...) De meest ernstige vorm is een structurele vorm van huiselijk geweld. Het wordt gekarakteriseerd door controle en macht die de dader, meestal de man, uitoefent op het slachtoffer, meestal de vrouw. Een ongelijke machtsverhouding tussen man en vrouw ligt hier aan de basis. Dit type onderscheidt zich duidelijk van de andere lichtere typen van partnergeweld. Ongeveer 20 procent van de daders is onder te brengen in deze groep."
Dat de meest ernstige vorm van huiselijk geweld gendergerelateerd is, betekent overigens niet dat we geen aandacht moeten besteden aan de mannen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, of dat nu door hun partner of door anderen wordt gepleegd. Ik ben blij dat de minister aankondigt de ondersteuning van mannelijke slachtoffers te willen verbeteren, en de meest ernstige vorm van huiselijk geweld verscherpt aan wil pakken.
Huiselijk geweld heeft te maken met persoonlijke relaties. Relaties waarin al dan niet stereotype genderrollen een grote rol spelen. Een goede aanpak speelt daarop in, en is dus genderspecifiek. Maar niet alleen genderspecifiek: hoe meer maatwerk kan worden geleverd ten aanzien van specifieke groepen daders of slachtoffers, hoe meer effect er van de maatregelen kan worden verwacht. Wat dat betreft is niet alleen meer onderzoek nodig naar de omvang van huiselijk geweld binnen verschillende bevolkingsgroepen, zoals de minister aankondigt (naar aanleiding van het onderzoeksresultaat dat niet-westers-allochtone daders oververtegenwoordigd zijn in de groep daders die met justitie in aanraking komt), maar zal ook de aanpak afgestemd moeten worden aan de achtergronden en behoeften van verschillende groepen. Hetzelfde geldt voor geweld binnen homoseksuele relaties; iets waar het onderzoek geheel aan voorbij gaat.
Meer mannen slachtoffer van huiselijk geweld dan gedacht. Geen reden om de genderspecifieke aanpak overboord te zetten, maar juist om deze te versterken. Ter ondersteuning van mannen en van vrouwen.
zondag 16 januari 2011
Huiselijk geweld en mannen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Dank je wel Margreet, mooi nuancerend en verhelderend stuk! Mag ik 'm weer op de WE CAN wordpress zetten? Ik zet nu een link op de Facebookgroep.
BeantwoordenVerwijderenGroet Charlot
Zoons leren het geweld van hun vader en als vader zwakker is geworden en de zoons groter en sterker mishandelen zonen hun vader. Dat ook mannen slachtoffer zijn was al langer bekend.
BeantwoordenVerwijderenJohn Jorna, Odijk
Hallo Margreet,
BeantwoordenVerwijderenGoed om de onderzoeksresultaten te nuanceren en de gebreken ervan bloot te leggen.
Ik wil echter wel reageren op je inleiding:
"Daar sta je dan met je jarenlange uitgedragen overtuiging dat huiselijk geweld voor een groot deel gendergerelateerd is. Niets van waar, mannen en vrouwen zijn ongeveer even vaak slachtoffer, het heeft dus niets met rolpatronen of machtsverschillen te maken.
Of toch wel?"
Internationaal gezien is het zo dat mannen en vrouwen even vaak pleger zijn van geweld in verkerings- en familierelaties. Frequenties zeggen echter nog niets over de aard en ernst van het geweld dat geplaagd wordt. Dat blijkt ook uit het Nederlandse onderzoek. Ook internationaal blijkt dat vrouwen vaker slachtoffer worden van ernstig en langdurig geweld en zich vaker onder doktersbehandeling moeten stellen dan mannelijke slachtoffers.
Machtsverschillen vormen niet de basis van huiselijk geweld. Als dat zo zijn, zou er in elke relatie sprake moeten zijn van geweld, want elke relatie kent machtsverschillen. Toch is dat niet zo, zelfs niet in uiterst traditionele relaties, waarin de man "de baas is". De belangrijkste vraag is of iemand (man of vrouw) die macht heeft in een relatie deze misbruikt of niet.
Maar er zijn vele vormen van machtsmisbruik. Lichamelijk geweld is er daarvan maar één. En we weten intussen dat het zelfs gebeurt dat mannen die lichamelijk sterker zijn mishandeld worden (ook lichamelijk) door hun lichamelijk zwakkkere partner, omdat zij misbruik maakt van het feit dat hij niet durft terug te slaan (uit onderzoek blijkt om verschillende redenen).
Van Dijk somt in een interessant artikel uit 1997 in het Tijdschrift Psychotherapie een aantal vormen van machtsverschillen en misbruik daarvan op. Hij vergeet echter twee hele belangrijke in de relationele context en dat zijn relationele vaardigheden en verzorgende vaardigheden (beide in onze cultuur beschouwd als meer "vrouwelijke" kwaliteiten). Ook die kwaliteiten kun je misbruiken in een relatie en ook dan kun je spreken van machtsmisbruik. Bij het onthouden van verzorging spreken we bij kinderen van verwaarlozing, waarom niet ook bij partnerrelaties? Het is van belang om bij huiselijk geweld niet al teveel op maatschappelijk niveau te kijken, maar juist naar de vraag hoe partners en gezins- en familieleden met elkaar omgaan. Wat ze verwachten van elkaar etc. Maar ook hoe ze proberen macht uit te oefenen en vooral op welke momenten en met welke intenties. Kortom: hoe de machtsbalans en de machtsdynamiek (wat beiden doen met hun (potentiële) macht) eruit ziet.
Wat het debat over het ontstaan en voortduren van huiselijk geweld beter en vruchtbaarder zou maken is af te stappen van óf-óf redeneringen en theorieën en juist de diversiteit en "meerlagigheid" die er in de praktijk is te omarmen en te verwoorden, dus meer te denken in termen van én-én.
Nico van Oosten, MOVISIE.
Dag Nico,
BeantwoordenVerwijderenDe eerste zinnen van mijn blog zijn inderdaad kort door de bocht, daar is het een blog voor.
Ik hoop dat ik met mijn slot ook duidelijk gemaakt heb dat het ook wat mij betreft niet om of of redeneringen moet gaan, maar om maatwerk, afgestemd op de diverse groepen plegers en slachtoffers.