woensdag 28 november 2012

Je kunt meer



Even wat reclame voor Jekuntmeer.nl, een project van De Omslag.
Sinds kort ben ik voorzitter van de Raad van Toezicht van deze leuke en zinvolle organisatie.

zondag 25 november 2012

en nog een paar foto's uit Sierra Leone







verkiezingen in Sierra Leone

Als Eerste Kamerlid krijg je altijd de aankondigingen van de verkiezingswaarnemingsmissies die door de EU en de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) worden georganiseerd. Aan de meeste missies kunnen een of enkele parlementariers deelnemen. Het deelnemen aan een dergelijke missie is een waardevolle aanvulling op het normale werk van een (Eerste Kamerlid). Je levert een (zij het minimale) bijdrage aan de democratie in landen waar deze vaak minder vanzelfsprekend is dan bij ons. En de ervaringen die je opdoet verrijken én relativeren je kijk op (partij)politiek, verkiezingen en democratie.

Afgelopen twee weken heb ik deelgenomen aan de EU verkiezingswaarnemingsmissie in Sierra Leone, waar op 17 november jl presidents- parlements- en lokale verkiezingen plaatsvonden.
Het was een geweldige ervaring. Het land kende ik al een heel klein beetje -ik had er vorig jaar een training gegeven- het waarnemen van verkiezingen was geheel nieuw voor mij.
Na een uitgebreide brifeing / training in Freetown vertrokken we in tweetallen naar onze standplaatsen in het land. Ik met een Bulgaarse collega naar Kailahun, helemaal in het Oosten, bij de grens met Guinee en Liberia. Een reis van twee dagen; eerst nog over asfalt, vanaf halverwege de eerste dag alleen nog over zeer hobbelige en soms modderige onverharde wegen.

In Kailahun werden we bijgepraat door de Lange termijn waarnemers in het Kailahun district, en verkenden we ons gebied: drie Kissy-chiefdoms rondom Buedu en Koindu. Bezoekjes bij de politie, de chiefs. Vrijwel iedereen was blij met de waarnemers uit Europa. De grootste wens die men tegen ons uitte was dat de verkiezingen vreedzaam zouden verlopen. Regelmatig riepen mensen in het voorbijgaan naar ons 'No violence', waarbij ze hun duim opstaken.
We verbleven in eerste instantie vanuit het Luawa resort (wat in werkelijkheid een stuk minimaler is dan de website suggereert: alleen van 19-23 uur electriciteit, druppende douche met koud water, en van wifi geen sprake. Rondom verkiezingsdag zaten we in een gebouw van de douane in Buedu (met in geheel geen electriciteit en stromend water).

Maar wat een prachtig land.

Op verkiezingsdag hebben we ongeveer tien stembureaus bezocht. De eerste voor de opening; de laatste voor de sluiting en het stemmen tellen. Het is niet aan ons waarnemers om onze individuele waarnemingen wereldkundig te maken of te analyseren; laat ik het er bij houden dat het beeld zoals wij dat tegenkwamen overeenkwam met dat zoals het in de preliminary statement van de missie wordt beschreven.
Voor een indruk twee foto's: een stembureau vlak voor de opening (de meeste stembureaus waren overigens wel onder een dak)

en een rij voor een stembureau in een school

Wat nog wel leuk is om te vermelden is dat in het Kailahun district door vrouwenorganisatie een campgne was gevoerd 'stem op een vrouw'. Hiervoor was een poster gemaakt waarop alle vrouwelijke kandidaten van alle partijen waren afgebeeld, en de tekst "No ifs, no buts, vote women now"
Terug in Freetown hoorde ik dat het er naar uitziet dat de campagne waarschijnlijk effectief is geweest: in Kailahun district zou 40% vrouwen inde lokale councils zijn gekozen.

Na een debriefing in Freetown weer terug naar Nederland.
Gisteren hoorde ik dat inmiddels ook de resultaten van de verkiezingen bekend zijn gemaakt. President Koroma van de APC heeft in de eerste ronde de presidentsverkiezingen gewonnen; er is geen tweede ronde nodig.

Zoals ik zei was het een geweldige ervaring. Ik wil zeker nog eens terug naar dit prachtige Afrika, en ik wil zeker nog eens deelnemen aan een verkiezingswaarnemingsmissie.




donderdag 5 juli 2012

kneuterigheid

Soms moet mij even wat van het hart. En als alleenwerkende zelfstandige doe ik dat dan maar even zo. Ik ben bezig met een onderzoek naar schadevergoeding na seksueel geweld (zie site voor meer info) En afgezien van het feit dat je niet echt vrolijk wordt van de verschrikkelijke dingen die mensen elkaar aandoen, staan er soms ook tenenkrommende overwegingen in de uitspraken. Zoals deze in een zaak van een groepsverkrachting, waarin de daders een slaapzak en een messenset hadden meegenomen, welke het slachtoffer later via justitie terugkrijgt. De messenset beschadigd, en de slaapzak met spermavlekken. Het slachtoffer had vergoeding van nieuwe slaapzak en messenset gevorderd. De rechtbank overweegt dan: "Dat betekent dan wel dat niet de kosten van een nieuwe slaapzak en messenset als schade tengevolge van de onrechtmatige daad van gedaagden voor vergoeding in aanmerking komt, maar hoogstens de reinigingskosten van de slaapzak - gesteld noch gebleken is immers dat dit niet mogelijk was - en de verminderde waarde van de beschadigde messenset. Dat de slaapzak was besmeurd door het sperma van gedaagden en de messenset door hen was beschadigd wordt door [gedaagde 1] op zichzelf niet bestreden zodat dit vaststaat. Bij gebreke van concrete aanknopingspunten aan de hand waarvan de schade kan worden vastgesteld kan de rechtbank deze op de voet van art. 6:97 BW schatten, en wel op € 15,00,-- ter zake van reinigingskosten en € 20,00,-- in verband met de beschadiging van de messenset. Derhalve is een bedrag van € 35,00,-- toewijsbaar."
Wat een kneuterigheid. En kan zo'n rechtbank nu echt niet bedenken dat die vrouw never nooit meer iets wil aanraken wat herinnert aan die verkrachting?
Overigens werd een alleszins redelijk bedrag aan smartengeld toegekend in de zaak, maar dat maakt voor mij een dergelijke overweging over een slaapzak alleen maar onbegrjpelijker.

vrijdag 29 juni 2012

Abortus, bedenktijd en DWARS

DWARS, de jongerenbeweging van GroenLinks, heeft een amendement ingediend op het verkiezingsprogramma: DWARS wil de verplichte bedenktijd bij abortus behouden, waar GroenLinks deze al sinds jaar en dag wil afschaffen.
Met een aantal andere FemNetters heb ik hierover een opiniestuk geschreven, dat is geplaatst op Joop

De oorspronkelijke tekst moest voor Joop iets worden ingekort; voor de liefhebber de hele tekst:

DWARS bedenk je!
Over de verplichte bedenktijd bij abortus


GroenLinks heeft zich – net als andere liberale partijen – altijd verzet tegen de 'betuttelende' vijf dagen bedenktijd die in de abortuswet is opgenomen. In het concept-verkiezingsprogramma is dan ook opgenomen dat deze bedenktijd moet worden afgeschaft. DWARS, de (onafhankelijke) GroenLinkse jongeren, hebben een amendement ingediend om dit programmapunt te schrappen, en dus de bedenktijd te behouden. DWARS lijkt zich hierbij vooral te baseren op emotionele argumenten, en verhalen over vermeende misstanden.
Wij erkennen dat abortus een onderwerp is dat de emotie raakt; een onderwerp ook waar je niet lichtzinnig over moet denken. Wij zijn er echter ook van overtuigd dat er niet lichtzinnig over abortus wordt gedacht: niet door de vrouwen die ertoe besluiten; niet door de artsen die het uitvoeren, en niet door degenen die afschaffing van de verplichte bedenktijd bepleiten. Zowel om ideologische als om praktische redenen is en blijft afschaffing van de verplichte bedenktijd aangewezen.

De abortuswet is in de jaren tachtig van de vorige eeuw tot stand gekomen als het resultaat van een compromis tussen de confessionele partijen en de meer liberale partijen. Na een jarenlange strijd vanuit de vrouwenbeweging ('de vrouw beslist' en 'Baas in eigen buik') werd abortus gelegaliseerd. Om de confessionele tegemoet te komen werd een verplichting van vijf dagen bedenktijd opgenomen in de abortuswet. Dat betekent dat wanneer een vrouw een abortus wil, zij verplicht is om hier na het eerste gesprek met een arts hierover nog vijf dagen langer na te denken.

Deze bedenktijd is altijd een doorn in het oog gebleven van de vrouwenbeweging. Weliswaar mag de vrouw -na consultatie van een arts- zelf beslissen; de wet wantrouwt deze beslissing echter bij voorbaat; we geloven namelijk niet dat de vrouw als zij bij de arts komt er goed genoeg over nagedacht heeft, en sturen haar weg om er verplicht nog eens vijf dagen over na te denken. Een verplichte bedenktijd is dan ook een beperking van het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen.

Nu zou een beperking van dat zelfbeschikkingsrecht misschien nog wel te rechtvaardigen zijn wanneer de praktijk zou uitwijzen dat vrouwen in eerste instantie zeer lichtzinnig besluiten tot een abortus, maar daartoe aangezet door de verplichte bedenktijd 'tot inkeer komen'. Niets is echter minder waar.
Dat een verplichte bedenktijd bij abortus geen hout snijdt, komt onder meer naar voren uit de evaluatie van het functioneren van de Wet afbreking zwangerschap (2004/2005, door ZonMW op verzoek van het Ministerie van VWS) Uit deze evaluatie komt naar voren dat de verplichte bedenktermijn van vijf dagen vrijwel nooit invloed heeft op de beslissing van de vrouw, dat zowel de vrouwen als de artsen het als nutteloos of zelfs storend ervaren, en dat alle betrokkenen liever in overleg bepalen hoelang de bedenktermijn zal zijn. De onderzoekers bevelen aan dat in plaats van de verplichte bedenktijd in de wet wordt opgenomen: “(…) dat steeds een zodanige bedenktermijn dient te zijn als nodig is om in de gegeven omstandigheden tot een weloverwogen besluit te komen”.

Een verplichte bedenktijd is niet alleen onnodig, hij kan ook schadelijk zijn. Het is beknellend voor vrouwen en meisje die al lang na hebben gedacht, de stap hebben gezet en vervolgens weer naar huis worden gestuurd om hier nog eens vijf dagen over na te denken. Het is zelfs schrijnend, en mogelijk gevaarlijk, waar het gaat om meisjes uit traditionele kringen die hun zwangerschap thuis geheim moet houden omdat ontdekking een breuk met de familie of zelfs geweld tot gevolg kan hebben.

Het wordt tijd dat vrouwen echt baas in eigen buik mogen zijn. Vrouwen zijn heel wel in staat om in goed overleg met hun arts te komen tot een besluit om wel of niet tot abortus over te gaan. Vanuit de anti-abortus beweging (Pro-life) mogen dan verhalen worden verspreid dat artsen alleen maar “productie zouden willen draaien” en zo veel mogelijk foetussen zouden willen aborteren, de werkelijkheid is anders. Onze artsen zijn professioneel genoeg om waar dat nodig is bedenktijd te adviseren. Of dat nu 3 dagen, vijf dagen of een week is. En ze zijn ook professioneel genoeg om vrouwen voor wie hun besluit vast staat zo snel mogelijk te helpen.

Kortom: er is op basis van rationele argumenten geen enkele reden om vijf dagen bedenktijd wettelijk verplicht te stellen, terwijl er wél redenen te over zijn om vrouwen bijgestaan door een arts, zelf te laten beslissen hoe lang ze willen nadenken over een abortus. Het schrappen van de verplichte bedenktijd bij abortus is dus logisch, zeker voor een partij als GroenLinks voor wie individuele vrijheid een van de kernwaarden is.
Wij vertrouwen er op dat het congres van GroenLinks tot een zelfde conclusie komt.
En hopen dat DWARS zichzelf een bedenktijd gunt om hun standpunt nog eens te heroverwegen.

Deze column is geschreven door Margreet de Boer, in samenwerking met Marie-Christine van der Gronde (DWARS-lid en bestuurslid Feministisch Netwerk GroenLinks), Hanneke Felten (voorzitter Feministisch Netwerk GroenLinks) en Hilda Passchier (lid FemNet, oud actievoerder Dolle Mina / Wij Vrouwen Eisen)

woensdag 20 juni 2012

Brochure klachtenprocedure Vrouwenverdrag

Afgelopen maanden is Linda Sijm, een student HBO Rechten aan de Hogeschool van Amsterdam, bij mij op kantoor heel druk bezig geweest met het schrijven van haar afstudeerscriptie over het VN-Vrouwenverdrag, en het actualiseren van een gids over de klachtenprocedure bij dat verdrag. Zij is klaar. Ze heeft een mooie tekst afgeleverd voor de gids. Aan mij de laatste loodjes: de definitieve opmaak; omslag laten maken; opdracht aan de drukker. Ik hoop Linda volgende week bij haar afstuderen de drukproef te kunnen laten zien; de aflevering van de hele oplage zal een week langer op zich laten wachten.
Het boekje kan trouwens besteld worden bij PoWR.

Debat over het scheefwonen

Gisteren vond in de Eerste Kamer het debat plaats over het wetsvoorstel huurverhoging op grond van inkomen, ook wel genoemd de gluurverhoging.
Tijdens het debat is besloten de behandeling van het wetsvoorstel aan te houden, totdat duidelijk is hoe deze wet zich verhoudt tot het wetsvoorstel over scheefwonen dat op basis van het begrotingsakkoord is opgesteld en binnenkort bij de Tweede Kamer zal worden ingediend.
Wordt vervolgd dus.

Hieronder mijn spreektekst van gisteren.

Voorzitter,

Ook de GroenLinks fractie vindt dat er goede redenen zijn om het scheefwonen in sociale huurwoningen tegen te gaan, en de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. Wij moeten ons echter de vraag stellen of het wetsvoorstel wat nu voorligt het beste middel is om dat doel te bereiken. De leden van de GroenLinks fractie zijn daar allerminst van overtuigd.

Allereerst moeten we ons de vraag stellen wat het doel is van het tegengaan van het scheefwonen in sociale huurwoningen. Wat ons betreft is dat doel helder: er moeten voldoende betaalbare huurwoningen beschikbaar zijn voor diegenen die op grond van hun geringe inkomen op deze woningen zijn aangewezen.
Het doel dat de regering nastreeft met het onderhavige wetsontwerp is minder duidelijk. Weliswaar stelt de regering dat het wetsvoorstel beoogt de doorstroming te bevorderen, zodat goedkopere woningen weer beschikbaar komen voor huishoudens met een lager inkomen of een lager middeninkomen; elders lijkt het tegengaan van het scheefwonen, de bevordering van de doorstroming of juist het vragen van een marktconforme huur een doel op zich. In antwoord op schriftelijke vragen van onder meer de GroenLinks fractie lijkt de regering nogal eens verstrikt te raken in deze verschillende doelstellingen. In antwoord op de geuite twijfels over het gebrek aan voldoende aanbod waarheen scheefwoners kunnen doorstromen, geeft de regering hoog op van de mogelijkheden die de extra woningwaarderingspunten in schaarstegebieden bieden: hierdoor zullen er volgens de regering meer woningen in het geliberaliseerde segment beschikbaar komen, hetgeen scheefwoners mogelijkheden zou bieden om door te stromen. Ook de verkoop van sociale huurwoningen noemt de regering als middel om de doorstroming te bevorderen. Dat deze beide maatregelen impliceren dat woningen zullen verdwijnen uit het gereguleerde segment, en het aantal betaalbare huurwoningen dat beschikbaar komt voor mensen met lagere inkomens dus per saldo zal afnemen wordt hierbij gemakshalve vergeten.
Mijn fractie is er niet van overtuigd dat dit wetsvoorstel de maatregelen bevat die er voor gaan zorgen dat er daadwerkelijk meer betaalbare huurwoningen beschikbaar zullen komen voor de mensen die daarop zijn aangewezen.

Naast het ontbreken van een helder perspectief op positieve effecten, kleven er naar het oordeel van mijn fractie een aantal ongewenste neven-effecten aan het onderhavige wetsvoorstel. In mijn schriftelijke inbreng ben ik hier uitgebreid op in gegaan. Deze nadelige effecten betreffen onder meer de privacy-aspecten en de onomkeerbaarheid van de maatregel.
Voor wat betreft de privacy-aspecten geeft de regering in antwoord op onze vragen aan dat er geen precedentwerking is: nog nooit eerder is er een wet aangenomen waarbij is bepaald dat de belastingdienst gegevens verstrekt aan niet-overheidsinstanties. En, ik wijs er nog maar eens op: we hebben het hier niet alleen over woningcorporaties met een privacybeleid en een raad van Toezicht, maar ook over particuliere huisjesmelkers. Het lijkt alsof de regering van oordeel is dat er niet zoveel aan de hand is; wij vinden echter dat hier sprake is van het overschrijden van een grens die niet zomaar overschreden mag worden. De maatschappelijke noodzaak om een dergelijke grens te overschrijden moet wel heel hoog zijn, en er moet geen andere oplossing mogelijk zijn. Naar ons oordeel is die andere oplossing wel degelijk mogelijk, namelijk door zowel de huurtoeslag voor degenen die te weinig verdienen om de huur te kunnen betalen, als een heffing voor degenen die teveel verdienen voor de huur van hun woning in de gereguleerde sector geheel via de belastingen te laten lopen. Daarmee wordt dan eveneens tegemoet gekomen aan een ander bezwaar van het onderhavige wetsvoorstel: de onomkeerbaarheid van de extra huurverhoging.

Voorzitter, de Tweede Kamerfractie van mijn partij heeft samen met een aantal andere fracties in de Tweede Kamer, waaronder die van de minister, een begrotingsakkoord gesloten. In dat begrotingsakkoord zijn geen afspraken omtrent het huidige wetsvoorstel op papier gezet. Wel zijn er -naast afspraken over het aanpakken van de hypotheekrente-aftrek- afspraken gemaakt over het invoeren van een boven-inflatoire huurverhoging van 1% voor huurders met een huishoudinkomen tussen de €33.000 en €43.000 euro. Ook aan dat wetsvoorstel kleven naar het oordeel van mijn fractie nog een aantal bezwaren. Er zijn echter ook belangrijke verbeteringen aangebracht ten opzichte van het onderhavige wetsvoorstel; zowel op het gebied van de privacy (bezwaar en beroep bij de belastingdienst in plaats van bij de verhuurder; toezicht door het CBP), als op het toepassingsgebied (alleen voor woningen in de gereguleerde sector met een huur tot €665), als op het huishoudinkomen (een hogere vrijstellingsgrens voor het inkomen van meerderjarige kinderen). Zonder deze nadere voorwaarden, en zonder de koppeling van een gelijktijdige eerste aanpak van de hypotheekrente-aftrek, kon de GroenLinks fractie aan de overkant niet akkoord gaan met de 1%-verhoging. En ik kan u zeggen: zonder gelijkluidende voorwaarden ten aanzien van de 5%-verhoging voor inkomens boven de €43.000 kan mijn fractie hier in de Eerste Kamer niet akkoord gaan met dit wetsvoorstel.

Voorzitter,
Wij hadden verwacht dat de minister naar aanleiding van de haar bekende standpunten van de verschillende partijen over het onderhavige wetsvoorstel, en de afspraken zoals gemaakt in het begrotingsakkoord het initiatief zou hebben genomen om het onderhavige wetsvoorstel aan te passen aan de randvoorwaarden zoals geformuleerd in het begrotingsakkoord. Maar niets van dat al. In de Memorie van Antwoord wordt geen enkele handreiking gedaan. Sterker nog; afspraken die in het begrotingsakkoord zijn gemaakt worden ten aanzien van dit wetsvoorstel van de hand gewezen.
Het mag duidelijk zijn dat mijn fractie hierover zeer teleurgesteld is.
Zolang niet aan de in het begrotingsakkoord geformuleerde randvoorwaarden wordt voldaan, zal mijn fractie dan ook tegen dit wetsvoorstel stemmen.

Tot slot een enkele opmerking over het bredere perspectief. Duidelijk is dat er veel moet gebeuren om de woningmarkt weer vlot te trekken en om deze eerlijker te maken. Daarvoor zullen maatregelen genomen moeten worden zowel met betrekking tot de koopmarkt, als met betrekking tot de huursector. Het zal een integrale aanpak moeten zijn.
Kort na het sluiten van het begrotingsakkoord presenteerde de woonsector het plan wonen 4.0; een breed gedragen integrale aanpak van zowel de koop- als de huursector. Mijn fractie ziet in dit plan goede aanknopingspunten voor een toekomstig woonbeleid, en hoopt dat daar na de verkiezingen grote stappen in gezet kunnen worden.
In de tussentijd zullen we het met tussenstappen moeten doen. Wij zien de afspraken uit het begrotingsakkoord als zo'n tussenstap; en hopen snel afspraken te kunnen maken over een gedegen en integraal woonbeleid. Een woonbeleid waarin de hypotheekrenteaftrek serieus wordt aangepakt. Een woonbeleid met meer marktconforme huren, die voor de lagere inkomensgroepen worden gecompenseerd door middel van huurtoeslagen; welke hoger kunnen zijn dan nu het geval is. Een woonbeleid waarbij geen gegevens door de belastingdienst aan verhuurders hoeven te worden verstrekt.

donderdag 17 mei 2012

en nog eens de virtuele medewerker


Stel uw vraag aan onze Virtuele Medewerker
NS zegt:Welkom bij de Klantenservice van NS. Waarmee kan ik u van dienst zijn?
U zegt:wanneer kan ik de klantenservice bellen
NS zegt:Wilt u misschien contact opnemen met de klantenservice?
U zegt:ja
NS zegt:Mooi, dat is geen probleem. Het is vandaag een feestdag, de klantenservice is daarom gesloten, bekijk het overzicht van alle feestdagen hiernaast. Wel kunt u via mij een bericht achterlaten voor NS Klantenservice, wilt u dat?
U zegt:ja
NS zegt:Ok, en kunt u dan eerst in twee à drie woorden het onderwerp van uw vraag omschrijven?
U zegt:verlies van abonnement
NS zegt:Goed, dat staat genoteerd en ik zal u eerst om enkele persoonsgegevens vragen. Vervolgens kunt u uw vraag of opmerking formuleren. Wat zijn uw voorletters en achternaam?
U zegt:laat maar ik bel morgen
NS zegt:Mooi uw naam is: L. Maar Ik Bel Morgen, en bent u een man of een vrouw?
U zegt:waarom wilt u dat weten
NS zegt:Ik wil dit graag van u weten, anders kan ik geen bericht voor u doorsturen naar de klantenservice. Bent u een man of een vrouw?
U zegt:en als ik dat niet wil zeggen
NS zegt:Dat begreep ik niet. Oef. Bent u een man of een vrouw?


Weet je, ik bel morgen wel

Hulp als het even tegenzit


Nadat de conversatie met de virtuele medewerker niets opleverde, ben ik zelf gaan zoeken op de NS site.
En jawel, op het tabblad Klantenservice kan ik aanklikken 'Hulp als het even tegenzit'. Vervolgens kan ik kiezen voor 'Verlies, diefstal of beschadiging'. Dat gaat goed. De volgende tekst verschijnt:

Bij verlies, diefstal of beschadiging van uw abonnement is het handig voor u als u weet wat er mogelijk is en hoe te handelen. Dit is niet voor alle abonnementen hetzelfde. Op de volgende pagina staan per abonnement de regelingen beschreven. Kijk voor uw abonnement wat voor u van toepassing is.

Een klik op 'Lees meer' levert echter het volgende op:
U zoekt iets op NS.nl?
De pagina die u heeft opgevraagd is niet gevonden.
Wellicht bestaat de pagina niet meer, of heeft u een typefout gemaakt bij het invoeren.

Doe mij nu maar wat hulp voor als het even tegenzit.

Conversatie met een virtuele medewerker


Mijn zoon is zijn NS abonnement verloren. Ik hoopte via de NS site een nieuwe aan te kunnen vragen, en kwam terecht bij de mogelijkheid een vraag te stellen aan de virtuele medewerker. Dat moest gaan lukken dacht ik. Het leverde de volgende conversatie op:

Stel uw vraag aan onze Virtuele Medewerker
NS zegt:Welkom bij de Klantenservice van NS. Waarmee kan ik u van dienst zijn?
U zegt:ik ben mijn abonnement verloren
NS zegt:Over welk vervoerbewijs gaat het?
U zegt:voordeelurenabonnement
NS zegt:Begrijp ik het goed dat u meer wilt weten over een Voordeelurenabonnement?
U zegt:nee
NS zegt:Hmm. Sorry, dat snapte ik even niet. Ik zou graag nog een keer van u willen horen waarmee ik u van dienst kan zijn.
U zegt:wat moet ik doen als ik mijn abonnement ben verloren
NS zegt:Heeft u het over een Voordeelurenabonnement?
U zegt:ja
NS zegt:Sorry, dat snapte ik even niet. Mag ik nog een keer vragen waar het over gaat?
U zegt:ja dag
NS zegt:Tot ziens!


Geef mij toch maar een medewerker van vlees en bloed

vrijdag 11 mei 2012

Mooi beeld - Venetië



Uit de oude doos. De foto is gemaakt in Venetië in 2007. Eén van de meest intrigerende beelden die ik ooit heb gezien. Stond daar in een park. Net iets meer dan levensgroot. Ik weet er verder niets van, zelfs geen naam van de kunstenaar.

vrijdag 4 mei 2012

Herdenking Sierplein

Het was een mooie herdenking op het Sierplein. Veel betrokken buurtbewoners. Oud en jong, van diverse afkomst en verschillende religies. Ik mocht er een toespraak houden. Dit is de tekst:

 
Vandaag herdenken we, zoals ieder jaar op 4 mei, de oorlogsslachtoffers. De slachtoffers van de Tweede wereldoorlog, en die van de oorlogen die daarna over de hele wereld zijn en worden uitgevochten.
 
We staan stil bij al die de mensen die werden onderdrukt, mishandeld, verkracht en vermoord. Omdat ze in verzet kwamen, omdat ze in de weg zaten, of simpelweg omdat ze waren wie ze waren.
 
Vermoord worden omdat je bent wie je bent. Het gebeurde in de Tweede Wereldoorlog met Joden, met Roma, met homoseksuelen.
Het gebeurde daarvoor – de Indianen in Noord-Amerika, Oekrainers en Tartaren in Rusland, Armeniers in het Ottomaanse Rijk- en het gebeurde daarna – Tutsi's in Rwanda, Bosniers in Servie- Onvoorstelbare haat tussen bevolkingsgroepen, vaak aangewakkerd door op macht beluste leiders. Onvoorstelbare aantallen slachtoffers ook.
Vandaag proberen we het onbevattelijke even te bevatten, en staan we bij ze stil.
 
Mensen worden niet alleen vermoord omdat ze zijn wie ze zijn; ze worden ook op andere manieren misbruikt en onderdrukt.
In veel conflictgebieden worden vrouwen en meisjes, maar ook mannen, systematisch verkracht. Een vreselijke oorlogsmidsdaad, die mensen berooft van al hun waardigeid, en niet zelden leidt tot uitstoting uit hun gemeenschap. De verhalen van slachtoffers van dergelijke verkrachtingen, zoals die onder andere bij het Internationaal Strafhof in Den Haag worden verteld, zijn hartverscheurend. Ook bij deze slachtoffers staan we vandaag stil.
 
Ook bij de slachtoffers van onderdrukking wil ik met u stil staan. Van mensen die niet vrij zijn om te zeggen wat ze willen; te geloven wat ze willen; te leven zoals ze willen. Homoseksuelen die gestraft worden voor hun seksuele voorkeur; volken die hun eigen taal niet mogen spreken; vrouwen die zich aan strenge kledingvoorschriften moeten houden of worden gedwongen met hun verkrachter te trouwen; meisjes die niet naar school mogen en worden uitgehuwelijkt.
 
Daar waar onderdrukking is, is verzet. We zagen het in de Tweede Wereldoorlog waar mensen onderduikers in huis namen, verzetskranten publiceerden en tijdens de Februaristaking de straat op gingen om te protesteren tegen de razzia's. We zagen en zien het in de landen in Noord-Afrika, waar nog dagelijks mensen de straat op gaan om te strijden voor hun vrijheid. We zien het in landen waar mensenrechtenactivisten opkomen de burgerrechten; landen waar vrouwenrechtenactivisten opkomen voor vrouwenrechten. In verzet komen is risicovol. Velen worden vermoord, gevangen gezet of verdwijnen. Ook bij hen die in verzet komen staan we vandaag stil. Zij verdienen onze steun, en ons respect.
 
Tot slot wil ik met u even stil staan bij onszelf.
Wij leven in een vrij land. We mogen zeggen wat we willen. We mogen geloven wat we willen. We mogen dragen wat we willen. We mogen houden van wie we willen en trouwen met wie we willen.
Of niet?
Ook in Nederland ligt de beperking van onze vrijheid op de loer. De sociale druk van de eigen familie of gemeenschap kan groot zijn. Maar ook vanuit politiek en overheid word onze vrijheid om te zijn wie we willen zijn soms bedreigd.
Laten we de vrijheid die we hebben koesteren. Onze vrijheid kan alleen bestaan wanneer we de vrijheid van anderen respecteren, en net zo waardevol achten.
Laten we de vrijheid ook doorgeven aan onze kinderen. Door hen vrijheid te geven, en door hen te leren de vrijheid van anderen te respecteren.
Je kinderen de vrijheid te geven te zijn wie ze willen zijn, te houden van wie ze willen houden, te dragen wat ze willen dragen, te geloven wat ze willen geloven... gemakkelijk is het niet. Maar we moeten het wel doen. Want tegen onderdrukking en onvrijheid is maar één recept, en dat is vrijheid. Laten we die koesteren, en doorgeven.
 

donderdag 3 mei 2012

March on Women's Rights in Istanbul


Van 19 tot en met 22 april bezocht ik met Rights 4 Change de grote AWID conferentie in Istanbul. Met ruim 2000 vrouwen van over de hele wereld vier dagen lang ervaringen en expertise uitwisselen. Op de laatste dag liepen we mee met een mars voor vrouwenrechten die door Turkse organisaties was georganiseerd in het centrum van Istanbul. Dat leverde een kleurrijk beeld op.





woensdag 2 mei 2012

Mooi beeld - Mexico City




Deze beelden van Javier Marin stonden bij het antropologisch museum in Mexico Stad. Waar het overigens tijdens ons bezoek ongekend begon te hagelen (leidend tot zenuwachtige hilariteit onder de Mexicanen), wat nog onderstaande -niet zo goed gelukte- foto opleverde. Zie voor een meer inhoudelijk verslag van mijn bezoek aan Mexico de website van Rights4Change
Overigens stonden er in Mexico Stad ook nog heel veel mooie grote banken, van allerlei materiaal. Het plan was om daar na ons bezoek aan het museum nog langs te lopen, maar de hagel gooide roet in het eten. Geen foto's van de banken dus.



Mooi beeld - Hollands Duin



Ik hou van beelden. Ik probeer ze mooi in beeld te brengen. Ik geloof dat ik pas een keer eerder een foto van een mooi beeld in mijn blog heb gezet. Zal ik voortaan vaker doen. En in de komende tijd een inhaalslag.
Deze keer een beeld in het duingebied Hollands Duin bij Noordwijk, gemaakt tijdens de GroenLinks wandelactie stappen voor natuur op 25 maart.

dinsdag 1 mei 2012

Misbruik in de jeugdzorg: niets nieuws, maar.....


Na het misbruik binnen de katholieke kerk nu in de Volkskrant volop aandacht voor seksueel misbruik van kinderen binnen de jeugdzorg. Met schokkende cijfers (van de jongeren zelf rapporteert bijna 20% misbruik), en een schokkend verhaal.
De cijfers zijn nieuw, maar het verhaal is helaas maar al te bekend. Ik hoorde het twintig jaar geleden toen ik advocaat was van cliënten en van collega-advocaten. Ik lees het in uitspraken van rechters die ik momenteel onderzoek.
Het is het verhaal van kwetsbare, geïsoleerde kinderen, die worden ingepalmd met aandacht en warmte, wat langzaam overgaat in aanrakingen, die steeds meer seksueel van aard worden, totdat op een gegeven moment allen het seksueel misbruik overblijft. Een geraffineerde strategie, want het kind herinnert zich wel de warmte en aandacht, en blijft -vaak tegen beter weten in- hopen dat deze weer terug komt.
Kinderen in de jeugdzorg zijn bovendien extra kwetsbaar, omdat ze afhankelijk zijn van instanties: de staf van de instelling waar ze wonen; de gezinsvoogd; de raad voor de kinderbescherming. En de contacten van de pleger met deze instanties is vaak vele malen beter dan die van het kind. Iets wat de pleger doorgaans ook heel goed duidelijk maakt. De drempel om misbruik te melden is daarmee immens hoog. Dat de meeste instellingen inmiddels protocollen hebben die voorschrijven dat meldingen serieus genomen moeten worden en dat er altijd aangifte van moet worden gedaan bij de politie doen daar weinig aan af, zolang jeugdigen niet zien dat deze protocollen ook werken, dat slachtoffers worden beschermd en plegers worden gestraft.
Wat dat betreft is de veroordeling van Keith Bakker een goed signaal.
Maar het is bij lange na niet genoeg. Willen slachtoffers seksueel misbruik gaan melden, dan moeten ze dat kunnen doen zonder risico daar zelf nadelige gevolgen van te ondervinden. Zelfs zonder angst voor dat risico. En dat zal niet meevallen.
Wat daar naar mijn idee in ieder geval voor nodig is is een onafhankelijk meldpunt (dus niet alleen binnen de eigen instelling), waar de jongere direct een goede rechtshulpverlener krijgt toegewezen die de (juridische) mogelijkheden en risico's met de jongere (en indien de jongere dat wenst diens ouders) bespreekt, en die samen met de jongere de nodige stappen kan zetten. Die rumoer kan maken wanneer de zaak in de doofpot dreigt te belanden of er gedreigd wordt met overplaatsing. Die kan staan op naleving van de protocollen, en ook weet waar de instellingen op aangesproken kunnen worden.
Een onafhankelijk meldpunt met snelle juridische bijstand zal de drempels om te melden niet wegnemen, maar naar mijn overtuiging wel een stukje lager kunnen maken.
Zodat de verhalen naar buiten blijven komen, plegers en lakse instellingen aangepakt worden en jongeren zien dat melden zin heeft.
De commissie Samson – die een groot onderzoek doet naar seksueel misbruik binnen de jeugdzorg – komt in oktober met haar rapport, waarin naar verwachting vele aanbevelingen. Moeten we daar op wachten?
Het nieuws van vandaag brengt niets nieuws, maar brengt wel momentum. Laten we dat aangrijpen om werk te maken van een betere positie van slachtoffers in de jeugdzorg, en in ieder geval zorgen dat alle melders snel juridische bijstand krijgen.

PS: de commissie Samson heeft een -tijdelijk - meldpunt waar jongeren sesueel misbruik binnen de jeugdzorg kunnen melden. Meldingen worden gebruikt voor het onderzoek door de commissie; maar slachtoffers kunnen ook advies krijgen.

PS2: Natuurlijk moet er ook binnen de Jeugdzorg veel gebeuren. Preventie, bespreekbaar maken, cultuurverandering.

donderdag 22 maart 2012

Het belang van slachtoffers

Zoals ik net op twitter schreef: "Het kan verkeren, ineens buitelen partijen over elkaar heen voor slachtofferrechten. Mooi, maar pas op voor scheppen irreele verwachtingen."En "Als er iets fnuikend is voor slachtoffers: verwachtingen wekken die niet waargemaakt worden. #secundairevictimisatie" Met daarbij een link naar een onderzoek dat ik twee jaar geleden samen met Marjan Wijers heb gedaan naar secundaire victimisatie in het strafproces (het verergeren van het slachtofferschap door het strafproces). Omdat het wel relevant is voor de huidge discussie, hierbij de slotconclusie van dat onderzoek:

De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat secundaire victimisatie van slachtoffergetuigen door het strafproces met enige regelmaat voorkomt. Daarbij lijkt het vooral te gaan om negatieve effecten op het vertrouwen van het slachtoffer in zichzelf, de toekomst, de wereld en het rechtssysteem, en in mindere mate om re-traumatisering, dat wil zeggen verergering van de post traumatische stressreacties als gevolg van het oorspronkelijk misdrijf bij slachtoffers die aan PTSS lijden. Slachtofferondersteuners noemen daarnaast secundaire victimisatie in de vorm van belemmering van herstel; dit komt ook in de interviews met slachtoffers naar voren. Extra schade door een nieuw, tweede trauma veroorzaakt door het strafproces wordt slechts bij uitzondering genoemd.

Secundaire victimisatie speelt niet alleen bij het verhoor van het slachtoffer als getuige door de RC of op de zitting. Ook de onevenwichtigheid tussen de positie van de verdachte en die van het slachtoffer, de lange duur van het strafproces, gebrek aan informatie, bejegeningsfactoren en onvrede met de uitkomst spelen een rol.

Centrale begrippen bij het voorkomen van secundaire victimisatie lijken voorspelbaarheid, controle/beheersbaarheid, veiligheid en rechtvaardigheid te zijn. Hoe hoger het strafproces hierop ‘scoort’, hoe kleiner de kans op secundaire victimisatie. Of het slachtoffer daadwerkelijk extra schade of leed ondervindt door het strafproces hangt echter niet alleen af van factoren binnen het strafproces, maar ook van de ernst en aard van het misdrijf, persoonlijke kenmerken van het slachtoffer en de sociale context. Ook deze factoren 'scoren' op de dimensies veilig of onveilig, voorspelbaar of onvoorspelbaar, et cetera. Bij persoonlijke kenmerken gaat het dan vooral om kenmerken die de behoefte aan voorspelbaarheid, veiligheid etc. groter kunnen maken, zoals eerdere traumatische ervaringen of een verstandelijke beperking. Voor het strafproces is dit relevant, omdat het betekent dat sommige slachtoffers (gezien de aard van het delict, hun persoonlijke eigenschappen of omgevingsfactoren) extra kwetsbaar of vatbaar zijn voor secundaire victimisatie.

Vanuit het oogpunt van voorspelbaarheid vormen vooral de informatieverschaffing aan slachtoffers, de gang van zaken rondom het verhoor bij de RC of op de zitting en de lange duur van het strafproces knelpunten. Gebrek aan controle speelt vooral ten aanzien van beslissingen met betrekking tot vervolging, voorlopige hechtenis en de wijze van afdoening. De wensen en belangen van het slachtoffer spelen hierin slechts zeer beperkt een rol. Een duidelijk knelpunt vormt het verkrijgen van een afschrift van/inzage in de eigen aangifte en het strafdossier, al dan niet via de slachtofferadvocaat. Knelpunten met betrekking tot veiligheid zijn de keuze voor de plaats waar de aangifte wordt opgenomen, de geheimhouding van adres- en persoonlijke gegevens, het opvragen van informatie bij derden, met name het feit dat het slachtoffer zich er van bewust moet zijn dat alle informatie in het dossier wordt opgenomen en dus kenbaar is voor de verdachte, en het verhoor bij de RC of ter zitting, en dan vooral de behandeling door de advocaat van de verdachte. Ook is onduidelijk bij wie de verantwoordelijkheid ligt voor de voorbereiding van het slachtoffer op het verhoor en willen er nog wel eens dingen fout lopen rondom de zitting, zoals slachtoffers en verdachten die bij elkaar in de wachtkamer of naast elkaar in de zittingszaal worden geplaatst. Waar het gaat om rechtvaardigheid ervaren slachtoffers vooral de onevenwichtigheid in de positie van verdachte en slachtoffer als onrechtvaardig: naar hun gevoel heeft de verdachte alle rechten en zij niets. Hieronder valt ook het gegeven dat de verdachte toegang heeft tot het gehele strafdossier met alle informatie over het slachtoffer, terwijl het slachtoffer vaak niet eens de eigen aangifte krijgt. Andere punten vanuit het perspectief van rechtvaardigheid zijn een goede motivering van het vonnis, hetgeen nu vaak ontbreekt – als slachtoffers het vonnis al krijgen -, en de uitkomst van de strafzaak. Met betrekking tot dit laatste valt op dat alle geïnterviewde slachtoffers het voorkomen van herhaling als belangrijk element noemen.

Over de positie van het slachtoffer in het strafproces denken vooral officieren van justitie, RC’s en rechters zeer verschillend, variërend van ‘het is goed zo en moet zo blijven’ tot ‘het moet anders’. Men lijkt zich nauwelijks bewust te zijn van de implicaties van de nieuwe Wet versterking positie slachtoffers. Dit geldt vooral waar het gaat om de invoering van een met de ‘onschuldpresumptie’ voor de daders vergelijkbare presumptie voor slachtoffers: een slachtoffer moet als slachtoffer worden beschouwd totdat het tegendeel komt vast te staan. Ook de opvattingen over de eigen taak met betrekking tot de bescherming van de belangen van het slachtoffer lopen zeer uiteen. Een gedeelde visie hierop lijkt vooral bij de rechtelijke macht te ontbreken. Over het algemeen zijn de verschillende respondenten wel bereid om de belangen van het slachtoffer mee te wegen. Dit gaat echter niet vanzelf. De indruk bestaat dat niet alle respondenten zich bij hun beslissingen steeds bewust zijn van slachtofferbelangen. Vrijwel nooit nemen respondenten het initiatief om het slachtoffer zelf in de belangenafweging te betrekken. Slachtofferbelangen worden vooral meegenomen zolang zij niet te veel kosten en niet strijdig zijn met de belangen van de verdachte of van het strafproces.

Tenslotte valt op dat nauwelijks (empirisch) onderzoek is gedaan naar secundaire victimisatie van slachtoffers als gevolg van het strafproces. Voor eventueel vervolgonderzoek is van belang dat dit zich niet alleen zou moeten richten op slachtoffers van juridisch ernstige delicten en dat bijzondere aandacht wordt besteed aan groepen die extra kwetsbaar zijn voor secundaire victimisatie. Hierbij gaat het niet alleen om kinderen en mensen met een verstandelijke beperking, maar ook om groepen die om andere redenen extra kwetsbaar zijn voor secundaire victimisatie.

Het hele onderzoek vind je hier

donderdag 8 maart 2012

Feliz 8 de Marzo!



Ik ben 10 dagen in Mexico om voor Rights4Change samenwerkingspartners te zoeken voor projecten rond 'mensenrechten-effect-rapportages' op het gebied van huiselijk geweld en anti-mensenhandel-maatregelen.

En ook hier wordt 8 maart gevierd.
Dus vanuit Mexico: Feliz 8 de Marzo!

zondag 26 februari 2012

Verbeter de positie van slachtoffers, maar doe het goed!

Wij zijn verheugd dat de positie van slachtoffers in het strafproces de afgelopen dagen zoveel belangstelling kreeg, onder meer in de verschillende dagbladen.
Verschillende voorstellen om de positie van slachtoffers in het strafproces te verbeteren zijn gelanceerd. Dat is toe te juichen. Maar zijn al deze voorstellen echt in het belang van slachtoffers? Dat is volgens de werkgroep seksueel geweld van de Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann, die zich ten doel stelt het belang van slachtoffers van zedendelicten te behartigen, niet bij alle voorstellen het geval, zeker niet waar het gaat om een kwetsbare groep als de zedenslachtoffers.

De Raad voor de Rechtspraak lanceerde drie concrete voorstellen: een eigen plek voor slachtoffers en hun advocaat in de rechtszaal, een opsplitsing van het strafproces in twee delen en de mogelijkheid om de vordering tot schadevergoeding op een simpele manier door te geleiden naar de civiele rechter.

Over de vaste plek voor het slachtoffer in de rechtszaal niets dan goeds mits de wens van het slachtoffer om anoniem in het publiek te zitten altijd wordt gerespecteerd. De opdeling van het strafproces en het doorverwijzen van de vordering hebben echter vanuit slachtofferperspectief niet alleen voordelen.

Voorgesteld wordt het strafproces in twee delen te splitsen: een deel voor de waarheidsvinding waar het slachtoffer als getuige aanwezig is en een deel waar de straftoemeting en de vordering tot schadevergoeding centraal staat, waar het slachtoffer als benadeelde partij deelneemt aan het proces. Het gevaar bestaat dat het slachtoffer in het tweede deel weliswaar een sterkere positie krijgt, maar dat moet bekopen met een verzwakte positie in het eerste deel, waar het gaat om de bewezenverklaring. De rol van het slachtoffer is daarbij vooral die van getuige, die dienstbaar is aan de waarheidsvinding. Een positie waarin met name slachtoffers van zedendelicten bijzonder kwetsbaar zijn. Bij een opdeling van het proces zal deze eerste fase voor slachtoffers bijzonder frustrerend zijn: tijdens het verhoor wordt flink doorgevraagd waardoor zij het gevoel hebben niet geloofd te worden en zij mogen niet reageren op wat de verdachte zegt. Dat kan tijdens de zitting ook niet meer worden gecompenseerd door het uitspreken van de slachtofferverklaring, die is immers voor de tweede fase.
Bovendien zal opdeling van het strafproces naar verwachting betekenen dat het slachtoffer op twee momenten moet verschijnen op de zitting waardoor de afhandeling van de strafzaak in tijd aanmerkelijk langer gaat duren, hetgeen nadelig is voor het slachtoffer. En dan hebben we het nog niet over juridische complicaties, want kan een verdachte voor de strafmaatbepaling in het tweede deel al in hoger beroep tegen de bewezenverklaring van het eerste deel?

Het voorstel van de Raad voor de Rechtspraak voor een klapluikconstructie, waarbij vorderingen van slachtoffers die te ingewikkeld zijn voor het strafproces direct kunnen worden doorverwezen naar een kosteloze procedure bij de civiele rechter, klinkt sympathiek, maar heeft de nodige haken en ogen. Het gevaar is levensgroot dat strafrechters in grote mate gebruik gaan maken van dit klapluik, en vorderingen die niet heel simpel zijn zullen gaan doorverwijzen. Vorderingen in zedenzaken worden vaak als gecompliceerd gezien, en lopen daarom het risico doorgeschoven te worden. Het gevolg zal zijn dat slachtoffers langer op een uitspraak over de schadevergoeding moeten wachten. Bovendien kan de schadevergoeding niet meer gekoppeld worden aan de strafrechtelijke schadevergoedingsmaatregel, (in dat geval int de Staat de schadevergoeding) waardoor slachtoffers weer zelf verantwoordelijk zijn voor het innen van het toegewezen bedrag. Ook lopen slachtoffers dan de de fantastische nieuwe regeling mis waarbij de Staat de schadevergoeding voorschiet aan het slachtoffer en verhaalt bij de dader, waardoor het slachtoffer snel de schadevergoeding uitbetaald krijgt. .

Wij vinden het positief dat er concrete plannen worden ontwikkeld voor de verbetering van de positie van slachtoffers. Het is echter van groot belang deze plannen goed te doordenken op hun consequenties voor ook de meest kwetsbare groep slachtoffers.
En laten we wel wezen: er kan al heel veel verbeteren zonder nieuwe regelgeving. Zo zouden binnen het huidige slachtofferbeleid alle officieren van justitie bij belangrijke stappen in het strafproces (zoals het formuleren van de eis) al aan het slachtoffer kunnen vragen: wat zou u willen dat er gebeurt? Niet om de wens van het slachtoffer klakkeloos te volgen, maar wel om deze in zijn of haar afweging mee te nemen. Simpel, en zeer doeltreffend. Morgen beginnen?

Namens de werkgroep seksueel geweld van de Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann,
Margreet de Boer en Katinka Lünnemann

Bovenstaand opiniestuk is ook geplaatst op Joop.nl en op de website van de Vereniging voor Vrouw en Recht

vrijdag 10 februari 2012

Filmpje van schaatsen bij Den Ilp

Schepen in het ijs


Mijn kantoor ligt aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam. Dat is een doorgaande scheepvaartverbinding; tussen IJ en Amstel. Waar de Nieuwe Herengracht uitkomt in de Amstel moeten de vaak enorme schepen onder een houten ophaalbruggetje door en dan met een scherpe bocht de Amstel opdraaien. Dat gaat langzaam, en ik sta er vaan -voor die open ophaalbrug- naar te kijken. Ook afgelopen week, terwijl er op veel grachten in Amsterdam werd geschaatst, ging het scheepvaartverkeer door. Wel met veel moeite. Veel schotsen, en ijsbrekers die de bboel een beetje open moesten krijgen/houden. Toen ik vanmorgen aankwam leek de boel te zijn vastgelopen. Twee schepen in de gracht, een ophaalbrug die niet meer open en niet meer dicht kon (omfietsen dus) en een ijsbreker die met veel kabaal het ijs in de Amstel openbrak. Het leverde wel mooie plaatjes op.


zondag 29 januari 2012

Boerkaverbod: heeel belangrijk

Afgelopen week maakte het kabinet bekend dat het -ondanks forse kritiek van de Raad van State- het wetsvoorstel met het boerkaverbod gaat indienen bij de Tweede Kamer. Onze nieuwe minister Spies heeft volgens mijn krant gezegd dat het heel belangrijk is.
Maar belangrijk waarvoor?

Voor onze veiligheid kan het niet wezen, want in vliegtuigen en op het vliegveld zijn boerka's wel toegestaan (je zou de economische belangen van Schiphol eens mogen schaden), en dat zijn de meest terorisme-gevoelige plaatsen die ik ken.

Om op te komen voor onderdrukte vrouwen dan? Een loffelijk streven, maar ik vind het nogal een vreemde gedachtenkronkel om dat te doen door het slachtoffer van vrouwenonderdrukking te gaan bestraffen. Ik geef jou een boete omdat jij je laat onderdrukken. Huh? Dat is net zoiets als het straffen van een vrouw omdat ze verkracht is. Iets wat ze overigens in sommige landen doen.
Slachtoffers bescherm je niet door ze te straffen, maar door ze rechten te geven, en door daders te straffen. Ik zou er nog in kunnen komen wanneer je het iemand dwingen tot het dragen van gezichtsbedekkende kleding strafbaar zou willen stellen.
Bij dit alles moet je je overigens wel afvragen of we het hier wel over slachtoffers hebben? Welke vrouwen dragen in Nederland een boerka (bijna geen) of niqaab (niet meer dan een paar honderd), en waarom doen ze dat? Sommigen zullen het wellicht doen omdat ze moeten van manlijke familieleden, maar naar ik heb begrepen kiest het merendeel er zelf voor, en bestaat een belangrijk deel van de niqaabdragers uit tot de islam bekeerde Westerse vrouwen.
Het stellen van kledingvoorschriften aan vrouwen om ze te beschermen. Dat is ook het argument dat wordt gebruikt in landen waar bedekkende kleding voor vrouwen verplicht is. En ook daar worden de vrouwen gestraft als ze zich niet aan de regels houden, en niet de mannen die door wellust overmand raken. Daar is het een idiote gedachtenkronkel om met kledingvoorschriften vrouwen te beschermen; hier is het dat ook.

Maar waarom is het boerkaverbod dan belangrijk? Omdat we in een open samenleving leven, waarin communicatie heel belangrijk is. Aldus mevrouw Spies.
Ik vind dit, nog afgezien van de discutabele vooronderstelling dat vrouwen in boerka's niet communiceren, een nogal eng argument. Betekent dit dat er een plicht tot communiceren is in de openbare ruimte? Dat ik straks niet alleen door bouwvakkers wordt nageroepen dat ik niet zo chagrijnig moet kijken, maar dat ik er misschien een boete voor kan krijgen omdat dat open communicatie in de weg staat? En wat te denken aan al die mensen die zich volstrekt incommunicabel door de openbare ruimte bewegen omdat hun oren volledig in beslag genomen worden door het geluid uit hun oortjes of koptelefoons? En als je het dan over aantallen Nederlandsers hebt: daar heb je pas echt een probleem te pakken.

Kortom, ik kan geen enkele reden bedenken waarom het boerkaverbod heeeel belangrijk is. Behalve dan om de gedoogpartner tevreden en daarmee de regering in het zadel te houden. En dat is natuurlijk een heel valide argument voor wetgeving waarmee de vrijheid van burgers wordt ingeperkt. Heel belangrijk.

woensdag 25 januari 2012

Ik ga weer lopen voor Stichting Kezban

Vorig jaar liep ik de heldenrace om geld in te zamelen voor Stichting Kezban, waarvoor ik toen ook een project coördineerde (Hallo Kezban). Inmiddels heb ik mijn werk voor het project en de stichting afgerond, maar ik steun ze nog steeds van harte.
Ook dit jaar loop ik daarom weer mee in de heldenrace, voor Stichting Kezban.
Je kunt mij steunen door geld te doneren. Zie daarvoor Margreet de Boer's fondsenwervingspagina
Je kunt ook meelopen in het team Kezban, en zelf bij vrienden, familie en collega's geld ophalen. Je kunt je inschrijven via de website, maar hebt dan wel een wachtwoord nodig. Neem daarvoor even contact met mij op.

vrijdag 20 januari 2012

Er zijn

Een belangrijke taak voor een politicus is er zijn. Je moet natuurlijk aanwezig zijn bij de vergaderingen van het orgaan waarin je gekozen bent. Daarnaast moet je acte de présence geven bij je achterban, in de media en bij allerlei organisaties die van belang zijn voor je partij of politieke standpunten.
Soms lijkt het wel of deze aanwezigheid belangrijker is dan het inhoudelijke politieke werk dat je doet. Zo worden politici in de media regelmatig afgerekend op het aantal vergaderingen dat ze hebben gemist, en veel minder op de kwaliteit en effectiviteit van hun daadwerkelijke inbreng.
De roep om aanwezigheid levert voor politici regelmatig dilemma's op. Natuurlijk ben je er bij stemmingen, en bij de vergaderingen die er toe doen. Uitnodigingen om aanwezigheid elders moeten echter wedijveren met het lezen van stukken, het nadenken over en formuleren van vragen, visie en standpunten, het overleggen met mensen die input kunnen geven, en het beroep dat op je wordt gedaan door familie en vrienden, en - voor parttime politici als raadsleden en Eerste Kamerleden- je andere werk.
De kunst is om daar te zijn waar het er toe doet, en er ook te zijn zonder dat je fysiek aanwezig bent.

Waar het er toe doet is voor mij vooral daar waar het politiek strategisch van belang is om een goed netwerk te onderhouden, en bij je achterban; de mensen die je hebben gekozen. Om die reden zal ik blijven proberen om naast de grote landelijke GroenLinks bijeenkomsten regelmatig bijeenkomsten van mijn afdeling, het FemNet en de provincies Groningen en Friesland (waarvoor ik vanuit de EK-fractie contactpersoon ben) te bezoeken. Op dit moment lukt dat goed: vorige week was ik bij de nieuwjaarsbijeenkomst van GrienLinks (Friesland), vanmiddag bij de borrel van Amsterdam-West en morgen bij het quota-debat van FemNet en Dwars.
Verder ga ik wel naar een lezing van de Raad voor de Rechtspraak; maar niet naar een diner van de Goede Doelen loterij. Af en toe naar debatten van maatschappelijke organisaties of studentenverenigingen, maar lang niet zo vaak als ik word uitgenodigd. Er moeten immers ook stukken gelezen en inbrengen geschreven worden.

Er zijn is echter meer dan fysieke aanwezigheid. Er zijn is ook: aandacht hebben en benaderbaar zijn. Dat probeer ik zoveel mogelijk te doen en te zijn. Niet door iedere e-mail van iedere ontevreden burger te beantwoorden; wel door in te gaan op meer politieke vragen en suggesties op de onderwerpen die in mijn portefeuille zitten.

Beschikbare tijd zal altijd een belemmering blijven, maar ik probeer er te zijn. Ik ben in ieder geval hier: mdeboer@groenlinks.nl en op twitter: @margreetdeboer. Voor al uw uitnodigingen, vragen en suggesties, die ik in ieder geval zal lezen, en waar ik mogelijk op in zal gaan.