vrijdag 20 maart 2009

GroenLinks en de stadsdelen

Het was een drukbezochte ledenvergadering, gisteren in het Polanentheater. Zo'n honderd Amsterdamse GroenLinks leden waren er bij elkaar om de kandidatencommissie en de programmacommissie voor de volgende raadsverkiezing te installeren, maar vooral om te discussiëren over het nieuwe bestuurlijk stelsel in Amsterdam; zeg maar de vermindering van het aantal stadsdelen. Het was duidelijk te merken dat het niet de eerste discussie over het onderwerp was. De verschillen van inzicht zijn er nog, en zullen er ook wel blijven (met aan de ene kant degenen die alles zo kleinschalig mogelijk willen regelen, en de stadsdelen zo klein mogelijk willen houden, en aan de andere kant degenen die vooral grootsteeds denken en zoveel mogelijk willen uniformeren binnen Amsterdam). Maar er tekende zich toch een heel duidelijke consensus af. Enkele punten waarover vaak grote (en soms wat minder grote) overeenstemming bestond:
- Het rapport van de commissie Mertens is een slecht rapport: zonder probleem-analyse, en met nauwelijks onderbouwing van de keuzes die worden gemaakt.
- Het rapport Mertens en het daarop gebaseerde collegebesluit vormen wel een politieke realiteit, waarop we als GroenLinks moeten reageren (met de reactie "het is een slecht rapport"; "het proces had anders gemoeten" kom je nergens) .
- Het versterken van de bevoegdheden van de stadsdelen, met name op het sociale domein, is een van de redenen waarom schaalvergroting van stadsdelen wenselijk kan zijn. De vraag of (grotere) stadsdelen voldoende bevoegdheden en beleidsvrijheid hebben moet een hoofdrol spelen in de uiteindelijke afweging van GroenLinks.
- Ook de vraag of een nieuw stelsel verbetering brengt ten aanzien van de democratische controle op de samenwerkingsvormen binnen Amsterdam (tussen Centrale stad en stadsdelen; tussen stadsdelen onderling; in relatie tot de stedelijke diensten) moet een belangrijke rol spelen in de afweging.
- De voordelen van de kleinschaligheid van de huidige stadsdelen met betrekking tot dienstverlening, toegankelijkheid van het bestuur en participatie van bewoners in de besluitvorming moet gewaarborgd worden.

Een mede door mij ondertekende motie om dit laatste (waarborgen van kleinschalige participatie van burgers in de besluitvorming) te borgen door middel van een "kaderstellende participatieverordening" voor heel Amsterdam haalde het niet. Zelfs niet nadat we verordening hadden vervangen door richtlijnen. Men vond het te centralistisch om dit vanuit de centrale stad voor te schrijven. Een nobele overweging, maar waarom zou voor het recht van burgers om te kunnen participeren in de besluitvorming niet hetzelfde gelden als voor andere rechten: de centrale stad stelt de minimumnormen vast; de stadsdelen vullen dit in en bouwen het uit (met beleidsvrijheid)?
En misschien moet het niet met een participatieverordening of participatierichtlijnen, maar ik blijf vinden dat we er als GroenLinks voor moeten zorgen dat de kleinschalige participatie ook met kleinere stadsdelen geborgd is. En borgen doe je niet door alleen maar te zeggen dat het heel belangrijk is.
Maar ik heb gelukkig niet het idee dat er op dit punt fundamentele verschillen van inzicht bestaan. Het was het laatste amendement, het was laat, iedereen wilde naar de bar, en niemand had zin om nu eens een uitgebreide boom op te zetten over hoe je dat dan wel doet, het borgen van participatie.
Iets voor een later moment dus.

Uiteindelijk hebben we met z'n allen een mooi afwegingskader voor de gemeenteraadsfractie vastgesteld.
En met de complimenten voor de voorzitter Rosalie Smit, die het toch maar voor elkaar kreeg om zonder microfoon een zaal met 100 GroenLinksers in bedwang te houden, en ook nog binnen een redelijke tijd een besluit te bewerkstelligen.

1 opmerking:

  1. goede samenvatting en thanx voor compliment!
    groetjes, rosalie

    BeantwoordenVerwijderen

Iedereen kan reageren. Je hoeft het natuurlijk niet me me eens te zijn, maar hou het wel fatsoenlijk.
Reacties die beledigend zijn (voor mij of voor anderen) zal ik verwijderen; net als gescheld en gevloek.