vrijdag 18 maart 2011

Nacht van de vervanging

Vannacht hebben er drie vluchtelingen in mijn bed geslapen. Nancy en haar dochtertjes van vijf en één jaar oud. Samen met veel andere Amsterdamse politici en andere min of meer bekende Amsterdammers deed ik mee aan de nacht van de vervanging. We kregen allemaal voor één nacht een vluchteling te logeren die geen recht op opvang (meer) heeft. Het gaat om vluchtelingen die uitgeprocedeerd zijn maar niet terug kunnen, of vluchtelingen die nog een procedure hebben lopen, maar in de tussentijd geen recht hebben op opvang. Met de nacht van de vervanging wil het ASKV steunpunt vluchtelingen deze vluchtelingen een gezicht geven, en hun verhalen en vaak nijpende situatie onder de aandacht brengen. En daarbij dit jaar ook mensen mobiliseren om zich uit te spreken tegen het voornemen van de regering om illegaliteit strafbaar te stellen. Om verschillende redenen een heilloos plan.

De nacht begon gisteravond met een gezamenlijke maaltijd van alle deelnemers in het Verzetsmuseum. Daar maakten we kennis met onze gasten, en konden we luisteren naar toespraken van onder meer Judith Sargentini en Tofik Dibi, en een liedje van Freek de Jonge.

Op de foto: Nancy met haar jongste dochter en Freek de Jonge

Na de maaltijd togen we met de tram naar mijn huis. Shamaye keek erg uit naar de poezen; honderduit vertelde ze in vlekkeloos Nederlands dat poezen wel scherpe nagels hebben maar niets doen als je lief tegen ze bent, en dat ze het kleine poesje zou gaan aaien. Eenmaal aangekomen vond ze de poezen toch te eng; ze was blij dat die naar buiten mochten. Logeren wou ze wel, dat is leuk, en met mama en zusje samen in het grote bed was ook helemaal goed, zeker met de van mijn zoon geleende knuffel erbij.
Met de alomtegenwoordige kinderen (die zeker niet zonder hun moeder boven in bed zouden gaan slapen) was er niet veel gelegenheid om rustig met Nancy te praten.
Ik begreep dat ze nu elf jaar in Nederland is en dat ze in afwachting is van een uitspraak over haar verblijfsvergunning. Ondertussen zit ze met het hele gezin op een heel klein kamertje in Amsterdam-West. Tijdelijk. Het is het zoveelste adres waar ze woont. Ze hoopt dat ze daar nu een poosje kan blijven, want Shamaye, haar oudste dochter gaat in de buurt naar school.

Vanochtend vertrok het drietal alweer vroeg: Shamaye moest naar school. Het afsluitende ontbijt met alle deelnemers hebben we daarom gemist.

Voor mij heeft 'de vluchteling zonder recht op opvang' er drie prachtige gezichten bij gekregen.

zondag 13 maart 2011

in afwachting van

De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn inmiddels ruim een week geleden, en alle hectiek eromheen begint wat te zakken. Dat het niet alleen om provinciale verkiezingen ging, maar ook om die voor de Eerste Kamer gold voor mij wel heel in het bijzonder: als nummer 5 op de Eerste Kamer lijst had (en heb) ik verreweg de spannendste plek. Bij de uitslagenavond in Den Haag werd er flink met me meegeleefd. Gelukkig zag het er daar eigenlijk steeds goed uit: GroenLinks leek stabiel op 5 zetels in de Eerste Kamer uit te komen. Zo stabiel dat ik ook als toekomstig Eerste Kamerlid op het podium mocht komen. Vlak voordat we weer vertrokken naar Amsterdam sloeg de stemming echter plotseling om: vier zetels. De terugweg vond derhalve in een wat terneergeslagen stemming plaats; hoewel ik al wel iets had van 'we zien het wel'. Toen ik ging slapen was het nog steeds vier zetels; toen ik de volgende ochtend wakker werd waren het er weer vijf. Wel de laatste restzetel, wat het met al het gespeculeer over strategische stemmen en bijzondere allianties naar mijn idee toch nog onzeker maakte, hoewel de verschillende berichten en analyses nooit expliciet vermeldden dat een en ander ten koste zou gaan van een GroenLinks zetel.
Optimistisch als ik ben ben ik er toch maar steeds van uit gegaan dat het goed zou komen. De fractie in Amsterdam-West getrakteerd op taart, dat soort werk. Maar eigenlijk heb ik er pas sinds dinsdag echt vertrouwen in: met een extra Statenzetel in Gelderland hebben we niet meer de laatste restzetel maar de derde, en volgens wat rekenaars waar ik wel vertrouwen in heb kan er niets misgaan wanneer alle GroenLinks Statenleden netjes op GroenLinks stemmen. Nu is dat vorige keer fout gegaan, waarmee de kans dat dat nu weer gebeurt aanzienlijk minder is geworden (een gewaarschuwd mens en zo).
Ik heb er nu dus alle vertrouwen in dat ik echt Eerste Kamerlid ga worden in juni.
En met dit vertrouwen kwam ook de rust om weer echt tijd te steken in andere dingen dan de campagne en de verkiezingen: werk, raad, gezin.
En het afkicken van wel zeer overmatig getwitter en geblog in mijn en de campagne.
Zekerheid is er natuurlijk nog niet.
Ik blijf in afwachting van de definitieve uitslag.

vrijdag 4 maart 2011

Gender en huiselijk geweld

Altijd leuk om te zien dat je analyses worden gelezen en begrepen.
En goed om te lezen dat in de praktijk veelal maatwerk wordt geleverd: genderspecifiek waar nodig.

In de proces-evaluatie Wet tijdelijk Huisverbod door Regioplan wordt in de inleiding (p.6-7) mijn gendertoets uit 2008 gebruikt als kader rond het thema gender en huiselijk geweld. Daarbij worden ook de door mij genoemde risico's die het huisverbod heeft ten aanzien van genderaspecten genoemd:
- de autonomie en zeggenschap van de achterblijver(s) worden tijdelijk opzij geschovendoordat het RiHG (Risico-inventarisatie-instrument, mdb), en niet de wens van de achterblijver, leidend is bij het opleggen van een huisverbod;
- een systeemgerichte hulpverleningsaanpak kan ertoe leiden dat de verantwoordelijkheid voor het geweld (mede) bij de achterblijver wordt gelegd, en druk op de achterblijver wordt gelegd om (systeemgericht) mee te werken aan de behandeling van de pleger;
- het huisverbod geeft uithuisgeplaatsten wel het recht op gratis rechtsbijstand, maar achterblijvers niet.

Bij het onderzoek naar de praktijk blijkt dat de systeemgerichte aanpak weliswaar maakt dat hulpverleners als uitgangspunt een genderneutrale aanpak hanteren, maar dat er voldoende oog is voor situaties waarin sprake is van zogenaamd controlerend geweld, waarbij genderaspecten vaak een rol spelen. Het blijkt dat de hulpverlening in die gevallen verschuift naar het weerbaar maken en ondersteunen van het slachtoffer.
Ik ben daar blij om.
En ik ben er ook blij om dat deze evaluatie oog heeft voor de nuance: huiselijk geweld is niet altijd genderneutraal, maar ook niet altijd genderspecifiek. Dat betekent dat er altijd maatwerk geleverd zal moeten worden.

O ja, en met betrekking tot die rechtsbijstand aan de achterblijver zijn er ook ontwikkelingen: ik las een persbericht dat Slachtofferhulp Nederland juridisch advies gaat geven aan de achterblijvers bij een uithuisplaatsing. Nog wel wat anders dan juridische bijstand door een advocaat, en ik weet ook niet of het breed genoeg is (weten de vrijwilligers van slachtofferhulp voldoende over vreemdelingenrecht, woonrecht, familierecht en sociale zekerheid om de achterblijvers hierover een eerste advies te kunnen geven cq te kunnen beoordelen of ze hierover een meer uitgebreid juridisch advies nodig hebben?) Maar het is een eerste stap.